Home | Onze school | Aanmelding | Nieuws | Downloads | De schijnwerper | 50 Jaar Athe | Mededelingenbord | Schoolstatistieken | Contact | FAQ |

School gegevens
Arthur A. Hoogendoorn

Arthur A. Hoogendoorn

Onze school is vernoemd naar wijlen de heer Arthur Alex Hoogendoorn. Meneer Hoogendoorn verzorgde het vak wiskunde en was direkteur van 1972 tot 1997. HIj was daarvoor reeds verbonden aan het Atheneum, maar hij zat niet in de leiding. De heer Hoogendoorn was een uitgezonden kracht afkomstig uit Nederland. Hij werd door het Ministerie van Onderwijs bij het openbaar onderwijs ingezet. Zo werd hij tewerk gesteld op het Miranda Lyceum.

Meneer Hoogendoorn stond bekend als een leraar die zijn kennis heel goed wist over te brengen. Hij was een sociaalbewogen mens en was heel kundig bij het nemen van beslissingen. Hij overleed op 11 juni 1997.

 

 

 

 

Wie was de grondlegger van deze school?


Johannes (Jan) Martinus Theunissen werd op 21 oktober 1916 geboren in Eysden, de zuidelijkste plaats aan de rivier de Maas in de Nederlandse provincie Limburg, als zoon van een bekende locale boomkweker. Na zijn Gymnasium-opleiding, voor die tijd niet voor een ieder weggelegd, volgde er een periode van maatschappij orientatie in oorlogstijd, waarbij hij grote betrokkenheid toonde voor de door de Duitse bezetter onderdrukte medemens.
Uitgerust met de vele ervaringen uit die tijd, besloot hij na de oorlog zijn horizon te verleggen en te verbreden, op zoek naar een mogelijkheid om zijn sociaal maatschappelijk werk voort te zetten ter ondersteuning van de minderbedeelden die zo talrijk waren in de wereld van toen. Via Amerika  kwam hij terecht in Suriname en toonde al snel zijn betrokkenheid bij de verdere ontwikkeling van dit land. Tijdens een periode van activiteiten bij het Welvaartsfonds, een voorloper van de moderne ontwikkelingshulpprogramma’s, begon hij ‘s avonds bij de olielamp zijn studie voor Praktizijn, samen met bekende Surinamers als Johan Adolf (Jopie) Pengel en Maurits de Miranda, met welke laatste hij op dezelfde dag afstudeerde aan de toen bekende Surinaamse Rechtsschool. Ondertussen getrouwd met Paula Narain, werd het gezin gecompleteerd met Theo (1950), Rudy (1951)en Ilse (1954). Hij zette een eigen advocatenpraktijk op en was een gewaardeerd lid van de Surinaamse Balie in de vijftiger en zestiger jaren, tot aan zijn vertrek uit Suriname. Hij hield kantoor aan de Noorderkerkstraat, daar waar nu de rechterflank van het gebouw van FATUM staat. Hij had een gerenomeerde praktijk en was advocaat voor o.m. vele grote bedrijven in het land, maar genoot ook buiten Suriname bekendheid. Hoewel bescheiden, waren zijn gevoel voor rechtvaardigheid en de daaraan gekoppelde wilskracht om het Recht terecht te dienen, spreekwoordelijk. Menige controverse werd professioneel beslecht zonder in te teren op principes, wars van politiek en clerus. Daarnaast was hij vele jaren Lid van de Rekenkamer van Suriname. Jan Theunissen was in zijn vrije tijd een verwoed jager en het verhaal over het door hem neerschieten van een grote tijger, die zijn jachtvriend in nood te dicht naderde, doen nog steeds onder de oudere garde de ronde. De tijger was “als bewijs” dezelfde zondag nog even in de tuin bij zijn woning neergelegd, ten aanschouwe van veel publiek. De zondagen daarop stopten tal van personen voor die poort om te kijken of hier een vervolg op was gekomen ....
Jan Theunissen vertrok met zijn echtgenote in  1970 naar Nederland: alle drie kinderen studeerden daar aan de Rijks Universiteit te Groningen. Ook vader Theunissen zocht de collegebanken weer op om zijn doctoraal examen Nederlands Recht te behalen (destijds werd het Surinaams diploma van de Rechtsschool daar niet erkend) en wel in een nieuwe record-tijd,waarbij de volledige studie (kandidaats en doctoraal) door hem werd gedaan in ruim 15 maanden. Direct daarna volgde zijn benoeming tot Rechter in de Arrondissementsrechtbank in Assen. Een aanbod om bij bevordering benoemd te worden tot Raadsheer in het unieke Gerechtshof te Arnhem, destijds gepresidieerd door Mr. Koole, voormalig President van het Hof van Justie in Suriname, sloeg hij af, omdat hij aan zijn echtgenote had beloofd dat ze zouden terugkeren naar Suriname, na zijn pensioen.

Midden 1982 kwamen zij (gepensioneerd) terug naar het  zo door hem geliefde Suriname, waar hij alweer snel verzeild raakte in de hem zo boeiende juridische adviespraktijk. De wonden die enige maanden later zo heftig in Suriname werden geslagen, dreven hem tot hervatting van de procespraktijk, daar waar die dreigde te discontinueren. Tot kort voor zijn overlijden in Nederland in zijn 81ste levensjaar is hij daarin aktief geweest op een wijze die vele relaties hogelijk hebben gewaardeerd. Jan Theunissen moest op straat meer mensen groeten dan hij kende.


Hoe is het allemaal begonnen?


Vóór de afsluiting van de lagere schoolperiode van de eerste zoon Theo op de “Vrije School”, werd door zijn ouders gekeken naar vervolgopleidingen. Die bleken echter niet te voldoen aan de eisen die vader Theunissen stelde met in het achterhoofd de gedachte aan aansluitend universitair onderwijs in Nederland. Daarvoor zou het beste een schoolopleiding gevolgd kunnen worden die vrijwel identiek zou moeten zijn aan de Nederlandse middelbare vooropleidingen voor de Universiteit. Overleg met enkele Surinaamse vrienden uit het bedrijfsleven en bij de rechterlijke macht volgde, en toen bleek dat er wel voldoende belangstelling zou zijn om met een redelijk aantal leerlingen van start te gaan, besloot hij na rijp beraad om de grote stap te wagen. Hij zou een Hogere Burger School opzetten, naar het voorbeeld van de HBS in Appingedam in de provincie Groningen in Nederland, waarmee min of meer toevallige contacten waren, zodat de leerlingen van de lagere “Vrije” School alhier rechtstreeks naar deze H.B.S. konden doorstromen. De rechtsvorm die daarvoor nodig was, was een Stichting (de “Vrije School”) en in 1962 werd de “Vrije H.B.S.” in het leven geroepen. Johannes Martinus Theunissen was toen ook -de eerste- voorzitter van het bestuur van deze Stichting, tot aan zijn vertrek uit Suriname in 1970. In het eerste bestuur hadden personen, die bekendheid genoten in de samenleving, zitting. O.m. maakte dhr. Mr. Oscar W. Abendanon, een bekend rechter uit die tijd, daarvan ook deel uit.
De eerste Directeur, tevens Docent Duits en Nederlands, was dhr. Lou Groot, die toevallig schuin achter de school woonde met zijn gezin, en zijn discipline in m.n. de aanvangstijden van de lessen met straffe hand naleefde. De eerste lichting leerlingen heeft dan ook onder zijn regime alsnog behoorlijk leren klok kijken ....
Na deze periode werd Dhr. Hans Vernes uit Nederland aangetrokken. Hij was behalve directeur ook docent Nederlands. Leerlingen die het te bont hadden gemaakt, werden door deze directeur niet zo maar de klas uitgestuurd, maar werden aan het klussen gezet en “mochten”  dan bijv. een week lang elke dag de grote, zware asemmers buiten (aan de straat) zetten, zodat de schoonmaakster het letterlijk wat lichter had die dagen.


De eerste lichting


De eerste leerlingen zijn echter met per lesuur ingehuurde docenten begonnen in een huurlokaal van de Shri Vishnuschool, een nog immer bestaande Muloschool op Zorg en Hoop.
De “Vrije H.B.S.” had toen nog nauwelijks startkapitaal. Maar in het 2de of 3de leerjaar was het bestuur met behulp van geleend kapitaal in staat om de woning van een uit Suriname vertrekkend gezin aan de Commewijnestraat te Zorg en Hoop te kopen. Geleidelijk aan werd elke kamer van het huis in gebruik genomen als klaslokaal, gewoon in de kale staat waarin die kamers van de woning waren opgeleverd. Later werd zelfs de keuken voor de 5de klas als leslokaal gebruikt.
Dit gebouw is nog steeds het basisgebouw, waar omheen eerst op het achterterrein –omdat de school zo aan het groeien was- een nieuw lokalencomplex werd neergezet met een verdieping. Dat is reeds in 1969 in gebruik genomen. In de jaren zestig is dus eerst de woning aan de Commewijnestraat gekocht en omdat de school al ras zijn bestaansrecht had bewezen en uit zijn voegen groeide, werd ook nog in de zestiger jaren bedoelde nieuwbouw opgeleverd. En de groeiende vraag naar plaatsing van leerlingen bleef aanhouden. Op deze school, omdat het een particuliere school is, werd en wordt niet gestaakt in landelijk (overheids)verband, hetgeen in woelige tijden ouders deed besluiten om dat risico niet meer te nemen en de kinderen op een school te plaatsen waar de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd zijn.

Elk jaar dat Theo en zijn klasgenoten werden bevorderd, kwam er steeds een klas bij en zo groeide de school: het eerste jaar was er alleen een 1ste klas, het 2de jaar kwam er ook een 2deklas (leerjaar), totdat de 5 leerjaren van de H.B.S. allemaal –zij het in de beginjaren hele kleine!- klassen hadden en de school in het 5de jaar ook in dat opzicht een volwaardige school werd. Ook Rudy Theunissen volgde toen en daarna zusje Ilse, terwijl ook de tweede generatie, Valerie en Roger de school van “opa” hebben bezocht. Theo maakte deel uit van de groep van slechts 3 leerlingen, die als eerste “Vrije H.B.S.”-leerlingen, in 1967, eindexamen deden en Ilse was de eerste oudleerling van de school die in het Stichtingsbestuur korte tijd een funktie heeft bekleed. Voor zover bekend waren alle 3 leerlingen van het eerste uur, t.w. Theo Theunissen, Rob Schilder en Herman Themen, geslaagd.

Theo, Rudy, en Ilse Theunissen hebben alle drie hun academische studies in Nederland, met een goede aansluiting van de HBS op de Universiteit van Groningen, voltooid, en intusssen met hen al zo velen! De knusse sfeer van toen door het kleine leerlingenbestand, waarbij iedereen iedereen kende en alleen de (zeldzame) twee-eïge leerlingen in 1 klas nog de docent voor de gek konden houden met hun voornamen, is nu niet meer dezelfde als toen. Er waren geen computers, geen rekenmachines, neen, alleen het kladblok om daarop zelf alles handmatig uit te rekenen. Hoe anders was het toen!

 

 

Van volharding naar overwinning van de moeilijke fase in het prille begin!


Maar de groei van de school is in eerste instantie wel een heel geleidelijke geweest. De school moest zich eerst bewijzen, het liep er niet storm van de aanmeldingen, er moest flink gelobbied worden om ouders zo ver te krijgen dat ze het nut zagen van de aansluiting voor verdere studie in Nederland voor hun kinderen. Bovendien bedroeg de schoolbijdrage voor ieder kind ook niet zo weinig voor die tijd, dus niet een ieder kon dat direct opbrengen. Maar de school kreeg toen nog geen subsidie van de overheid en alle verzoeken om erkenning door het Ministerie van Onderwijs werden in den beginne afgewezen. Nadat de school uiteindelijk de erkenning had verkregen, bleef de weigering van de toenmalige Ministers van Onderwijs voor het toekennen van subsidie aanhouden, ondanks de eertijdse toezegging van wijlen premier Johan Adolf Pengel, wiens dochter ook prompt op deze school ingeschreven werd. De school wer n.l. door hen bestempeld als een “eliteschool” voor de kinderen van de elite en daaraan wilden de hoge heren niet meewerken, hoe zeer men daar ook borg stond voor de kwaliteit. Het is een langdurige, zelfs met gerechtelijke processen tegen de Staat (!),  harde strijd geweest.

Er is heel wat voor gedaan om grote, veelal hier gevestigde bedrijven met een buitenlandse oorsprong, waaronder de multinationals als de Billiton Maatschappij en de Suralco, vaste bijdragen te doen geven aan de school, omdat kinderen van hun expats op deze school de beste aansluiting hadden bij aankomst in Suriname en bij terugkeer naar Nederland. De leiding van deze bedrijven had wel door dat zij hun staf en management alleen voor Suriname zouden kunnen interesseren indien ook het onderwijs op goed (aansluit)niveau was en dat kon de Stichting “Vrije School” juist bieden, zowel voor het Lager Onderwijs als voor het Middelbaar Onderwijs.
Hun bijdragen, in welke vorm dan ook, was wezenlijk voor deze school, m.n. de H.B.S., om deze moeilijke episode in haar geschiedenis, toen nog zonder financiële steun en hulp van de overheid, te overbruggen. En de school is er alleen maar sterker uit gekomen en heeft een goede relatie met de overheid, en in het bijzonder ook het Ministerie van Onderwijs, weten op te bouwen.


Dat de school uitstekende resultaten behaalde, werd in stad en land snel bekend, terwijl zelfs in een uitvoeringsbesluit van het Nederlands Academisch Statuut, de regeling waarin de vereisten voor de toelating tot Nederlandse universiteiten hun beslag kregen, de “Vrije H.B.S.” als gelijkwaardig aan de Nederlandse HBS werd vermeld. Voorwaar een bekroning voor alle medewerkers en leerlingen van deze gerenomeerde onderwijsinstelling.


Ter nagedachtenis aan de grondlegger: een plaquette


Ter nagedachtenis aan de oprichter van de Vrije School, tal van jaren de enige particuliere middelbare schoolopleiding in Suriname geweest, als initiatiefnemer tot het scheppen van mogelijkheden voor vele Surinamers om een uitstekend startpunt te maken voor wat zij nu in binnen- en buitenland voor de gemeenschap kunnen betekenen, is op 2 april 2003 een plaquette van Mr. Johannes Martinus Theunissen onthuld op de muur van de eerste nieuwbouw. (Deze plaquette is vervaardigd door de beroemde kunstenaar Erwin de Vries.)
Met zijn visie en daadkracht, gekoppeld aan het enthousiasmse van alle anderen die hun bijdrage wisten te leveren aan de groei van deze kwaliteitsopleiding, laat zich het sukses van vandaag en voor de toekomst verklaren.

De leiding van de school heeft in de jaren daarna, met aan het roer onder andere maar met name Mevr. Drs. J. Asgarali, alles maar dan ook alles in het werk gesteld om deze school een in vele opzichten optimale groei te doen beleven, met steeds uitstekende schoolresultaten! De fakkel is destijds overgenomen en deze leiding heeft een ongekend succesvolle marathonloop voor de groei en bloei van de school -en dus in het bijzonder de leerlingen- afgelegd, één waar de grondlegger en de overige ondersteuners van het eerste uur niet eens durfden te dromen, en anno 2012 bijzonder trots op zouden zijn, bij het 50-jarig bestaan van deze unieke school ........, waar men als leerling en docent graag deel van wil uitmaken!


Paramaribo, december 2012

 

© Arthur A. Hoogendoorn Atheneum (Suriname, SA)